Vrijdag 16:00 uur
Je maakte je klaar om naar je tweede huiskamer te gaan. De kunstgebitten die je met zorg had gemaakt, veilig opgeborgen in de la. Het kantoor netjes achtergelaten, de honden goed gevoerd, wat contant geld in je zak, en hup, met de taxi naar het café. Onder de mensen zijn, een vaasje Hertog Jan in de hand en altijd een extra pakje Camel bij je – voor de zekerheid. Zo’n zeven jaar geleden kwam je toevallig bij het Stadscafé terecht. Een van onze collega’s wenkte je naar binnen, en vanaf dat moment werd het een vaste traditie: elke vrijdagmiddag, exact op hetzelfde moment, liep jij binnen.
Je kende het caféleven door en door, zowel in de stad als in het buitengebied. Het Stadscafé werd jouw tweede thuis, waar je een indrukwekkend netwerk opbouwde. Je hoefde maar te laten weten waar je zat, en mensen vonden je – steevast aan tafel 204. Het meest hecht was je met Marcel en Ienske, en met het gezin van Gert en Jantine. Zij stonden altijd aan jouw zijde, als een soort gekozen familie.
Het café veranderde door de jaren heen, net als de samenstelling van de gasten met wie je kwam. Van politici en stratenmakers tot de zoon van een oude vriend – jij stond voor iedereen open. Je luisterde met oprechte interesse naar hun verhalen. Jij, het luisterend oor, met een biertje binnen handbereik. Wij zorgden ervoor dat je nooit zonder zat.
Jij stond altijd klaar voor anderen. Een gulle man, royaal met zowel je aandacht als je rondjes. Een goedhartige ziel, geliefd bij iedereen die je ontmoette. Je was niet zomaar een gast; je was een vaste waarde, een lichtpunt op onze vrijdagmiddagen.
De vrijdagmiddagborrel zal nooit meer hetzelfde zijn zonder jou, Chiel.